De vrouw in de koran (lezersbrief aan De Morgen)
Onder de titel "'Op termijn draagt wellicht geen enkele vrouw nog hoofddoek'" publiceerde De Morgen een interview met Islamkenner Kees Wagtendonk over de vrouw en de hoofddoek in de koran.
Door de beperkte vraagstelling mist het artikel enigzins de kern van de zaak. Natuurlijk is het zo dat de koran in onze moderne Westerse ogen vrouw-onvriendelijk is. Je mag dan ook niet vergeten dat de definitieve versie van het boek dateert uit de periode tussen 632 en 662. In deze optiek valt het op dat hij vrij vooruitstrevend was voor die plaats en tijd. Op het moment dat de profeet Mohamed kalief werd, had de vrouw geen rechtspositie, en was ze afhankelijk van de willekeur van haar man. Door de invoering van de aangehaalde regel, verwoord in soera 4, vers 34, werd de macht van de man bijvoorbeeld beperkt tot -in het uiterste geval- het slaan van zijn vrouw. In onze westerse ogen is dit natuurlijk ondenkbaar en onmenselijk, in het midden-oosten van de 7de eeuw was het bijna revolutionair progressief. Ook op andere vlakken was de koran voor zijn tijd vrij liberaal, en een goede zaak voor de positie van de vrouw : voor het eerst werd de vrouw erkend als rechtspersoon.
Wat mij het meeste stoort aan het artikel is de focus op de dagelijkse praktijk van de islam, waardoor de essentie van de godsdienst buiten beeld blijft. De islam die wij nu kennen is ontstaan en gegroeid in Noord-Afrika en het Midden-Oosten, in een conservatieve, bijna feodale maatschappij. De kern van de zaak is echter dat de (soenitische) islam, veel meer dan bijvoorbeeld het katholicisme, alles in zich heeft om zich aan te passen aan onze (post-) moderne samenleving. Het ontbreekt de (soenitische) islam namelijk aan een hiërarchische structuur, die de gelovige oplegt wat wel of niet strookt met de juiste geloofsleer. De concrete invulling van zijn geloof, de interpretatie van de geloofsregels voor de dagelijkse praktijk, is de verantwoordelijkheid van elke moslim individueel. Hij kan zich daarbij natuurlijk laten leiden door de geestelijkheid of de traditie, maar zolang hij de vijf "pijlers" van de islam aanvaardt en in de praktijk brengt, is er geen probleem.
In plaats van zich te laten afleiden door details als de hoofddoek, zou men zich beter daar mee bezig houden : hoe scheppen we de voorwaarden voor het ontstaan van een Westerse, Europese islam.
¶Berchem Groen¶
¶ 15:10 -
Stuur een mailtje !
-