De voorzitter van een district is geen districtsburgemeester
In volle komkommertijd pakte De Morgen op de voorpagina uit met een berichtje over de 'Burgemeester' van Berchem. Naar aanleiding daarvan werd geopperd om de bureauleden van de districten in de toekomst districtsburgemeester en districtsschepenen te noemen.
Wat de districtsschepenen betreft, vind ik dat een goed idee. De vlag van de functie dekt dan veel beter de lading. Dat is belangrijk voor de burger : het vereenvoudigt het politieke taalgebruik, en maakt de politiek dus toegankelijker. 'Bureaulid' is in wezen een jargonwoord, dat de kloof tussen burger en politiek groter maakt.
Niet alleen voor de kiezer zou de nieuwe benaming een verbetering zijn, maar ook voor de werking van het district. Bij de uitoefening van zijn/haar functie gebeurt het wel eens dat een bureaulid contact moet leggen of besprekingen moet voeren met mensen van buiten de stad : bedrijven, organisaties, hogere overheden. Het is contraproductief wanneer dan eerst omstandig moet uitgelegd worden wat een bureaulid juist is, dat het geen lid van een drukkingsgroep of een studiebureau is. De onduidelijke naam bezorgt de bureauleden van bij aanvang een nadeel.
Er is ook geen bezwaar tegen de simpele overname van de term 'schepen'. De functies (stads-)schepen en districtsschepen zijn -qua persoonlijke bevoegdheid- zonder meer vergelijkbaar, zowel wettelijk als in de praktijk.
Hetzelfde kan echter niet gezegd worden van de functies 'burgemeester' en 'districtsvoorzitter'. Op dit moment heeft de burgemeester namelijk drie onderscheiden rollen.
4Ten eerste is de burgemeester voorzitter van de gemeenteraad. In die functie leidt hij/zij de vergaderingen, stelt (gedeeltelijk) de agenda op, kan punten op de agenda zetten of ze er afvoeren, de zitting schorsen of verdagen, raadsleden het woord geven of afnemen, enz. Het is de minst belangrijkste van de drie rollen, maar toch van enig gewicht.
4Ten tweede is de burgemeester ook voorzitter van het college. Binnen het college heeft hij/zij dezelfde bevoegdheden als binnen de raad. Het maakt de burgemeester ook de centrale politieke figuur van de gemeente, waarvan wordt verwacht dat zij/hij niet alleen formeel maar ook inhoudelijk-politiek de leiding heeft.
Deze beide rollen maken van de burgemeester de 'primus inter pares'. Zij worden in het district ook gespeeld door de districtsvoorzitter. Tot op dit niveau zijn beide functies dus vergelijkbaar. Voor de districtsvoorzitter houdt het hier echter op (als we de -vooral administratieve en ceremoniële- functie van ambtenaar van de burgerlijke stand gemakshalve even vergeten).
4Veruit de belangrijkste rol die de burgemeester echter speelt, die waaraan zij/hij het grootste deel van zijn/haar persoonlijke macht en aanzien ontleent, bestaat uit de persoonlijke bevoegdheden die hij/zij in de gemeentewet krijgt. Het gaat hier voornamelijk over bevoegdheden in verband met de openbare orde en de veiligheid. De meest in het oog springende is natuurlijk die van hoofd van de gemeentepolitie. Hij/zij kan op eigen initiatief als zelfstandig orgaan van de gemeente op verschillende terreinen beslissingen nemen. Veel van deze bevoegdheden oefent de burgemeester uit zonder de controle van de gemeenteraad of het college.
Het is deze laatste rol die van de burgemeester werkelijk een burgemeester maakt, meer dan een 'eerste schepen'. En net die rol bestaat niet op districtsniveau. Daarom zou het herdopen van de voorzitters van de districtsraden tot districtsburgemeester geen verbetering zijn, maar eerder tot meer verwarring leiden. De burger en de gesprekspartner zouden een aantal verwachtingen ontwikkelen tegenover de voorzitter, die niet ingelost kunnen worden.
Daarom ben ik van oordeel dat we de districtsvoorzitter in de toekomst beter "1ste districtsschepen"
kunnen noemen.