Uitsluiting
Vandaag verscheen de 13de editie van het jaarboek "Armoede en sociale uitsluiting". Het is zo stilaan een standaardwerk aan het worden.
De auteurs lanceerden dit jaar een opmerkelijk voorstel : je kan kansarmoede bestrijden door de leerplicht uit te breiden. Enerzijds naar beneden toe : verplicht kleuters al om naar de kleuterschool te gaan. Zij die dat niet doen, hebben op dit moment op hun zes jaar reeds een leerachterstand, die blijkbaar niet meer in te halen is. (Zie ook).
De leerplicht naar boven aanpassen zou ook helpen. Maar niet lineair, maar aangepast aan het studieresultaat van de jongere : je mag pas van school als je een diploma op zak hebt. Op het eerste zicht is dat een creatief en vernieuwend voorstel.
In tweede instantie roept het toch ook enkele vragen op. Wat doe je bijvoorbeeld met schoolmoeë jongeren ? Door hen te verplichten op school te blijven tot ze een diploma hebben, creëer je een uitzichtloze situatie. Die kan je alleen voorkomen door een ander onderwijs te geven. Maar dát zou nu ook kunnen, en een belangrijke bijdrage leveren tegen schooluitval, en volgens mij heel wat meer dan een wijziging van de leerplicht.
Ga je door deze aanpassing de jongeren (en hun ouders) ook niet stimuleren om te proberen vroeger een diploma te halen, waardoor ze vroeger naar het hoger onderwijs kunnen doorstromen ? Creëer je zo met andere woorden niet nog een grotere dualiteit tussen ‘goede’ en ‘zwakke’ leerlingen ? Een probleem waar Vlaanderen nu al stevig mee worstelt.
Ik denk dat we in de eerste plaats heil moeten verwachten van een verbetering van de manier waarop in ons land les wordt gegeven. Dan leggen we de verplichting om iets aan de sociale uitsluiting te doen bij de overheid en het onderwijssysteem, in plaats van de sociaal zwakkeren te culpabiliseren. Want eigenlijk is het dat wat dit voorstel zegt : ‘kansarm zijn kansarm omdat ze niet genoeg moeite doen, en daarom moeten we ze verplichten om eerder en langer naar school te gaan.’
¶Berchem Groen¶
¶ 23:30 -
Stuur een mailtje !
-